Vandaag weer eens een ultra op het programma. Na het zware programma eind december en een paar goeie sessies bij de fysio leek het er weer goed uit te zien. Blessurevrij en een basis om weer vooruit te kijken. Weer een leuke race uit de Run Forest Run series, de Drents Friese Wold-uitgave. Vorig jaar ook al gelopen en de weersomstandigheden waren vrijwel identiek. Dolfie vandaag ook weer van de partij en de autorit naar Appelscha was erg prettig te noemen.
Om half 11 van start, prima starttijd. Niet te vroeg. Drie afstanden vandaag, waarvan de verste (onze afstand, de 46km) als eerste van start ging. We waren op tijd aanwezig in Appelscha, maar het was nog gezellig in de kantine, zodat we, eenmaal bij de start aangekomen, achteraan aansloten, terwijl ze van voren al van start gingen. Organisator Winfried liet de groep in tweeen starten, om het parcours niet te druk te maken in het begin. Maar we wilden toch niet met de langzaamsten mee, zodat ik naar vorend sprintend om nog met de eerste groep mee te mogen, nog net door Winfried er door werd gelaten. Dolf bleef als een gewond hert achter. Na enig gejammer mocht hij dan toch nog met me mee.
Van start dan maar. Na een aantal deelnemers ingehaald te hebben, kreeg ik opeens een rugzakje met een Friese vlag in het vizier. Kon niet missen, hardloopmaatje Cees! Tijdje al niet meer mee gelopen, dus tot aan de eerste verzorgingspost (al bij 8km) met hem mee gelopen. Cees worstelt nog een beetje met zijn fysiek en ging daar wat rekoefeningen doen. Wij liepen door.
Hat parcours was vandaag net zo wisselend als de weersomstandigheden. Van zon naar sneeuw, van mooie single-tracks naar grote plassen. Er was 1 constante, de modderbende. Een varken zou hier zeker in zijn element zijn. En dat was Dolf ook zeker tot zo’n 35km.
Die eerste 35km liepen eigenlijk voorbeeldig. Zonder er echt in te knallen gingen de kilometers snel voorbij, en de gemiddelde kilometertijd zakte bij ons van 5:35 tot net onder de 5:30. Altijd een goed teken dat je naarmate de tocht vordert, sneller gaat lopen. Er was dan ook geen vuiltje aan de lucht, de sneeuw uitgezonderd. Van de 46km was ik volgens mij de enige in korte broek, het kan mij nooit koud genoeg zijn. Alhoewel! Halverwege waren bij ons allebei de handschoenen erg nat geworden en dat in combinatie met de kou, maakten het zodanig dat we onze bidon met drinken en de gelletjes bijna niet meer open kregen. De handschoenen gingen uit, en ik heb gehoord dat mensen hun handen opwarmden op plekken die het daglicht niet kunnen verdragen.
Maar nog steeds ging alles goed, we liepen een aardig tempo. Gestaag de top 10 binnen, met kans op een nog hogere positie. Erg belangrijk! 😉
Ondertussen werden we ingehaald door de snelste lopers van de midden-afstand. Mede-Twellonaar Ronald kwam in zijn mooie ritme ons inhalen, Twello was vandaag met 3 man aanwezig, waarvoor hulde!
Maar toen kwam het middenstuk, waar alleen de 46km-lopers liepen. Gelukkig had ik de navigatie ook op mijn horloge, want er waren een paar punten waar het moeilijk was de juiste afslag te vinden. Normaal gesproken geen enkel probleem bij de RFR-series, maar nu gingen we zelf(s) een paar keer de mist in (je zit niet constant op je horloge te kijken) en ook hebben we andere verkeerd-lopende deelnemers moeten terugroepen of zien teruglopen. Nou ja, het hoort een beetje bij het trailrunnen. Was ook geen probleem.
Vanaf kilometer 35 kreeg ons aller Dolf het opeens moeilijk. Ik wilde het gewonde hertje niet alleen achter laten, dus het tempo werd iets verlaagd. Zo ver was het nou ook weer niet. En rond dat tijdstip ging uw zeer-begaafde gastheer van deze website even gigantisch onderuit. Dat gebeurt me niet vaak. Maar goed, als je valt kon je dat maar beter vandaag doen, het was een zachte landing in de modder. Rennen, vallen, opstaan en weer doorgaan. En dat deden we.
Ik wist van vorig jaar dat er nog een stuk door het mulle zand zou komen. Daar aangekomen mistten we als twee blinde mollen een lintje en raakten we van het parcours af. Op het horloge kijken naar de navigatie en terug naar het parcours gelopen. En daar een hele domme keuze gemaakt. Waar we dachten dat we weer verder het lijntje van de navigatie konden volgen, kozen we voor de weg terug. Tja, de navigatie op het horloge geeft alleen maar een lijntje aan, niet welke kant we op moesten.

Weer een prachtig parcours, maar dat wordt volgend jaar wel de kortere versie, want ik ben een beetje zat van dat wandelen. Hopen dat het de komende tijd nog wel vooruit gaat, meer gelletjes meenemen, want er staan nog veel langere wedstrijden op het programma.
Wij hebben een gezamenlijk “vrind” bijgenaamd de grutto. Met zijn sierlijke snoekduiken smeerde hij jarenlang zeer verdienstig in het 1e elftal van het Bornse Blauw-Wit wekelijks tegenstanders een gele kaart aan. Hij heeft deze duiken tot in de finesse geperfectioneerd.
Maar wat er in het Friesche Wold gebeurde, met het legendarische nr 33 fier op de borst gespeld, inderdaad de leeftijd dat HIJ voor al onze zonden aan het kruis gespijkerd werd, dat naderde de perfectie. En dan die enorme Leeuwenbrul die door het bos galmde, … plons … heerlijk. En nr 18 was er bij en liep gewoon door.
Kauwe klauwen, dat was de sleutel van onze ondergang, nr 18 liet mijn bidon 2x vallen en Gaf het op, dan maar geen gelletjes en geen drinken.
Het was 35 km GENIETEN, 5 km harken en 8 km afzien, inderdaad inclusief 2 gratis bonus kilometers.
Paar bekers bouillon in de fietsenwinkel (dank dames) en dan nog een heerlijke terugreis van 1.5 uur in de “Mercedes”, zonder bijrijder, zonder stop in Zwollywood, kortom perfecte namiddag.