Het jaarlijkse trail-run-tripje met Geejee ging dit jaar naar Bosnië. Geejee ging hier verreweg zijn verste afstand lopen en dat ook nog met flink wat hoogtemeters, dat zou heel pittig worden. Helemaal afgetraind was ie namelijk niet. Dus nog even het advies gegeven om wat paracetamolletjes of iets dergelijks mee te nemen. Het werd “iets dergelijks”, meneer had tramadol meegenomen; een wat sterkere pijnstiller.
Vooruit maar weer.
Ik nam er ook maar eentje mee voor de zekerheid. Mijn afstand was 70km met 2850 hoogtemeters, voor mij ook zeker een hele opgave.
Vrijdag die kant op, we zaten op zo’n 30km van de hoofdstad Sarajevo in het bergdorpje Jahorina. Daar werden in 1984 de Olympische Winterspelen gehouden, en daar was nog genoeg van te zien. Overal nog het logo en verwijzingen naar die Olympische Spelen. Volgens mij was er sinds 1984 ook niks meer aan het hotel gedaan, trouwens. Ach, het was het start- en eindpunt van de trail, dus wel zo makkelijk.
Om 7 uur ‘s morgens ging mijn afstand van start, Geejee vertrok een kwartiertje later met een paar bussen met hardlopers naar Sarajevo waar zij om 9 uur zouden starten voor hun afstand. Voor hun werd het voornamelijk klimmen, wij begonnen met een afdaling naar Sarajevo, waarna wij het parcours van Geejee terug naar de finish volgden.
Verplichte uitrusting was weer aanwezig, een reddingsdekentje, tape, en een telefoon. De koplamp liet ik in het hotel; met een start om 7 uur leek het mij sterk dat ik die nodig zou hebben. Verder had ik de stokken weer eens meegenomen. Als je ze niet nodig hebt, vouw je ze op en merk je haast niet dat je ze bij je hebt, en klimmend zullen ze hun nut hebben, hoop ik maar.
Goed, 7 uur, het startschot. Helemaal direct met de afdaling begonnen we nog niet. Eerst nog even een piste omhoog klimmen, waarna we weer aan de andere kant afdaalden met een prachtig uitzicht op Jahorina.
Onderweg zouden er 6 postjes zijn. Dat is niet verkeerd, ik hou wel van veel postjes. Ik had dus maar een liter water bij me, die ik steeds kon bij vullen.
Het eerste klimmetje hadden we dus gehad, de komende 25 kilometer was voornamelijk vlak en afdaling. Helaas waren de meeste stukken nog behoorlijk technisch, zodat je op die stukken niet echt veel tempo kon maken.
Het parcours was trouwens zeldzaam goed uitgezet. Heel erg veel lintjes, bordjes en dergelijke, je zag bijna de gehele route wel een lintje hangen. Toch lukte het me belachelijk genoeg om nog een stuk of 4x fout te lopen.

De eerste twee keer nog niet zo erg. Midden in de bossen in een afdaling stonden wat huisjes met een loslopende hond, die het niet zo op hardlopers had. Terwijl hij flink blaffend tegen me te keer ging hield ik hem in de gaten, waardoor ik een afslag naar links miste. Aangezien het zelden vlak is, betekend een stukje fout lopen dat je altijd ook een stukje extra moet klimmen; of je nou in de afdaling fout loopt en terug moet klimmen of andersom; je bent de lul.
Gelukkig kwam ik er dit keer snel achter, terug naar de hond gelopen, ondertussen maar wat woordjes wisselend met een stok-oude vrouw die uiteraard geen woord Engels sprak, om die hond in bedang te houden. Gelukkig was dat geen probleem en ik kon weer verder.
De eerste 25km waren trouwens de allermooiste kilometers van de race. Prachtige uitzichten wisselden zich af met stromende beekjes door het bos, mooie bergdorpjes; het was allemaal erg afwisselend.
Het was trouwens ook best wel warm, graadje of 25, dus het was steeds veel drinken op de verzorgingsposten. Er ging wel een litertje of 8 doorheen vandaag. En verder veel gegeten op de postjes, we zouden alle energie nodig hebben.
Opeens kwamen we door een soort tunnel. Nou ja, tunnel, het was meer een kleine grot. Ik kon er nog maar net doorheen; op de helft waar het inmiddels pikkedonker was geworden zag ik letterlijk licht aan het einde van de tunnel. Zo kwamen we nog bij een zelfde soort tunnel/grot.
Maar bij de derde tunnel ging het toch echt mis. Die tunnel was veel te lang. Tot twee keer aan toe liep ik die grot in, de stokken links en rechts van mij uit-stekend, maar dat had geen zin. Dan maar wachten op mijn eerste achtervolger, hopend dat hij zijn koplamp wel bij zich had. Daar hadden we hem dus voor nodig! (oke, er waren ook genoeg mensen die niet voor het donker binnen waren, maar die deden er dan ook heel erg lang over).
Na zo’n 10 minuten kwam hij aangelopen. We hadden net een recht stuk gehad, en dat is mijn sterke punt, dus was flink op hem uitgelopen. Gelukkig had de beste man een lamp bij zich. En dat was maar goed ook, op een gegeven moment lag er een hoop stenen in die grot. Op de tast was ik daar nooit overheen gekomen.
Vlak daarna volgde nog zo’n grot. Aangezien mijn tempo veel hoger lag dan mijn medestrijder toch maar weer bij hem weggelopen en dat pakte goed uit. Nog een paar kleinere grotten waar ik net zonder lamp doorheen kon.
Inmiddels zaten we op zo’n beetje de helft van de race en waren we dicht bij Sarajevo. Hier zou voor mij de wedstrijd pas echt beginnen. Een flinke klim van 1000 hoogtemeters stond er eerst op het programma.
En direct ging het lampje bij mij weer uit. Ik kwam er nauwelijks tegenop. Waar 2 toeristen vrolijk (weliswaar langzaam) wandelend doorliepen moest ik telkens een pauze inlassen. En na verloop van tijd zag ik m’n achtervolgers aan komen lopen en die gingen erop en erover. Het was weer een drama.
Op een gegeven moment kwamen we op de Olympische bobslee-baan. Die liep wat beter, maar toch ook ietsje omhoog. En omdat ik altijd met de kop naar beneden en verstand op nul doorloop, miste ik ook hier weer een afslag. Van de misere ging er ik maar weer eens bij zitten. Tot groot vermaak van de fotograaf…
Na een paar kilometer dacht ik opeens aan de pijnstiller die ik nog bij me had. Snel ingenomen, wie weet helpt het. En langzaam maar zeker ging het beter. En dan druk ik me zwak uit. Met moeite kwam ik nog bij de verzorgingspost die halverwege deze klim stond en daar even flink bijgedronken en gegeten. En daarna ben ik niet echt meer in de problemen geweest. Goed, ik werd niet opeens een goeie klimmer, maar ik hoefde in ieder geval bijna niet meer te stoppen.
Om even duidelijkheid te scheppen, Tramadol is geen doping; het hele tour-peloton rijdt er op, en onderzoek heeft uitgewezen dat maar liefst 70% (!) van de marathonlopers met pijnstillers loopt. Ja, het is echt waar.
Bij mij redde het mijn dag. Waar ik bij zo’n slechte beklimming nog wel eens denk: “wat doe ik hier in godsnaam”, kwam ik zoals gezegd niet meer in de problemen. En dat geeft een heerlijk gevoel.
De post waar ik het net over had stond dus halverwege de beklimming. Toen ik wegging bij de post waren er nog 2 man die me in de tweede helft van de beklimming nog zouden inhalen, maar dat was het dan ook. En het tempo-verschil was absoluut niet groot. Op de top aangekomen mochten we nog even over de bergrug lopen. Best wel een steil stukje erbij waar je beter maar even niet op zij moest kijken. Waar dat wel kon, moest je soms wel even naar achteren kijken, zo mooi was het uitzicht op Sarajevo.
Goed, we bereikten de top van deze klim. En daarna kwam mijn mooiste stuk van het parcours; een prima lopende afdaling met slingerbochten. Het pad was een effen zandpad, zodat ik flink vaart kon maken. Binnen no-time stormde ik de twee man voorbij die me in het tweede gedeelte van de klim hadden ingehaald. Het tempo-verschil was erg groot. Ik was helemaal in mijn sas. En je ziet hem al van mijlenver aankomen; van links naar rechts, naar links, naar rechts afdalen; ik zat weer niet op te letten en miste de afslag naar rechts weer naar boven toe.
Op een gegeven moment zag ik het op de navigatie van mijn horloge dat ik van het parcours af was. Shit! Teruggelopen en het parcours weer op. De twee man waren me uiteraard al weer voorbij gelopen. Er volgde een kort klimmetje, gevolgd door een afdaling en een vals-plat stuk door een soort weiland met hoog gras. Pittig, maar ik had het tempo weer gevonden. Zo kreeg ik mijn voorgangers weer in zicht en sloot bij ze aan.
De komende kilometers met wat klimmetjes/afdalingen en rechte stukken liep ik weer langzaam bij ze weg.
De volgende post was vrij ver weg (en dat wist ik), dus zuinig met het water doen, en voor het eerst heb ik uit een bron gedronken. Lekker ijskoud water. Ook even over m’n hoofd gegooid, heerlijk!
Post bereikt en de volgende (en laatste) post zou zo’n 6 kilometer verder zijn. Dat is te overzien. Weer op pad dus en redelijk het tempo erin houdend bereikte ik ook deze laatste post. Vanaf hier nog maar zo’n 6 kilometer naar de finish. Maar dan wel met zo’n 450 hoogtemeters. Daar keek ik wel even tegen op. Bij de laatste post kreeg ik zo waar een voorganger in zicht, maar met zo veel hoogtemeters te gaan, zou dat wel een mission impossible worden.

We kwamen vlak na de post op de autoweg naar Jahorina te lopen. Die liep langzaam omhoog, maar asfalt loopt natuurlijk veel lekkerder dan zo’n berg beklimmen. Het had niets met trailrunnen te maken, dit stukje, maar het kon me niets schelen; ik kwam hier goed tegenop!
Tot mijn verbazing bleven we een paar kilometer op die autoweg; zeker zo’n 2 tot 3 km, denk ik. En zo hadden we al weer flink wat hoogtemeters gehad. We doken voor de laatste kilometers het bos weer in. En ik kreeg m’n voorganger weer in zicht. Dat niet alleen, ik haalde hem bij en op de rechte stukjes liep ik bij hem weg. Bij de beklimmingen was hij echter sterker, zodat we steeds positie wisselden. Prima vent trouwens, bleek een Sloveen te zijn.
En zo kwamen we steeds dichterbij de finish. Helaas moest ik de Sloveen in de laatste klim laten gaan, maar waar gaat het over. Opeens draaiden we een grasveld op en ik zag de finish. Yes! Toch erg blij dat ik het gehaald had, ik had m’n twijfels vooraf.

Bij de finish stond Geejee al met een biertje op me te wachten. Ook de Sloveen had nog even gewacht en we gaven elkaar een high-5.
Geejee was zeer verdienstelijk midden in zijn deelnemersveld gefinished, iets was ik vooraf niet voor mogelijk had gehouden. Hij had zichzelf overtroffen.
Sinds lange tijd weer goed over de finish gekomen bij zo’n lange ultra. In dik 10 uur kwam ik tot een 15e plek. Er waren maar 60 man gefinished, dus erg bijzonder was het niet, maar wij waren dik tevreden!
En daar gaat Geejee:
Uitzicht vanaf restaurant vlakbij Mostar, typisch Bosnisch:
Op naar de volgende race, afdingen was ook een hele prestatie