Deze thuis-wedstrijd was volgens de routeplanner slechts 14 minuten van mijn huis. Ware het niet dan ene onverlaat, laten we hem ‘Dolf’ noemen, op hoge poten eiste dat ik hem eerst in Apeldoorn ophaalde.
Aangezien ik de goedheid zelve ben, schikte ik me daar maar in, en zo kwamen we zo’n 20 minuten voor de start aan.
Ik had nog wel wat plannen voor deze wedstrijd. De conditie leek me niet slecht, en de beentjes zouden toch ook niet slecht moeten zijn.
Met een kleine 80 man gingen we van start.
Direct gingen er 2 man vandoor. Dat waren de snelle mannen en die zouden we niet meer terugzien. Blijft er nog één podiumplek over. Een aantal mannen probeerden in de eerste honderden meters nog twijfelend mee te gaan met de twee mannen, maar gaven al snel op.
Dus sloot ik me vervolgens bij hen aan. Na een kilometer eens rondkijken. Mannetje of 5, 6. Eerdergenoemde Dolf was ook nog aan komen sluiten.
In een groepje, nee, dat was ik niet van plan. Maar eens aan de boom schudden. En zo vlogen ze er toch wel enigszins verrassend één voor één van af. Eerdergenoemde Dolf als eerste…
Na een kilometer of 6 miste ik een afslag. M’n achtervolgers hadden me nog in zicht, en liepen als lemmingen (fout) achter me aan. Gelukkig zag ik het al snel op mijn navigatie, dus we draaiden om, sloegen het juiste pad in, en wie kon aansluiten? Eerdergenoemde Dolf!
Dat duurde echter niet lang. Honderd meter lang hing ik even achter in het groepje, maar toen had ik het wel weer gezien en ging aan kop lopen. En één voor één vlogen ze er af. Eerdergenoemde Dolf als eerste.

Ik voelde me dus best goed. Conditioneel helemaal. Na wat bospaden kwamen we op het MTB-parcours waar wat heuveltjes in zaten. Vervolgens de heide op, terug naar start/finish waar we de eerste 18,5km erop hadden zitten. 54km totaal vandaag.

Vlak voor de doorkomst start/finish sprintte er nog iemand uit de voormalige achtervolgingsgroep mij voorbij alsof het een eindsprint was, maar toen we eenmaal het tweede gedeelte ingingen was het snel voorbij met deze man. Geen idee wat zijn idee daaracher was.
Redelijk nog op mijn gemak liep ik door naar het gevreesde gedeelte, het zand bij Kootwijk. Op weg daarna toe sloot er iemand bij me aan. We hadden hetzelfde tempo en liepen beurtelings op kop. Ging prima! Totdat ik weer op de navigatie zag dat we verkeerd zaten. Ik kon zien waar we naar toe moesten en door de dichte struiken vonden we uiteindelijk de route weer.
Wel bleek inmiddels iemand ons te hebben ingehaald. Hij liep een paar honderd meter voor ons. Maar nog voor het zand haalden we hem in en hebben hem niet meer terug gezien.
Het zand in. Oei! Dat gaat moeizaam! Ik liet een gat van een meter of 10 vallen. Maar kon de aansluiting nog houden. Vrijwel gelijk bereikten we de post op 35km. Bijtanken, de benen voelden slecht.
Daarna het zand weer in. Klein stukje wandelen dan, ik had er wel vertrouwen in dat ik me conditioneel wel kon meten aan m’n conculega, maar dat weet je nooit natuurlijk. Even een half minuutje de beentjes wat rust geven en dan verderop, als we het zand uit zijn, maar terugpakken dan.

Helaas! Dat ging niet gebeuren. Het was voorbij voor mij. Niks anders dan pap in de benen, wandelen was al moeilijk. Geen idee waar dat aan lag, 24 borden spaghetti de dag tevoren, een heel stevig ontbijt ‘s morgens en gelletjes tijdens de wedstrijd hadden me toch voldoende energie moeten geven.
Ik weet het niet. Wandelen was voorlopig mijn enige optie. En het duurde nog best lang voor ik werd ingehaald. De rest was dus al op een grote achterstand gezet. Heb je helemaal niks aan! Ik baalde stevig.
Eenmaal uit het zand kon ik af en toe een beetje dribbelen, afgewisseld met wandelpauzes. Een lange tocht nog naar de finish. Daar word je niet vrolijk van.
Uiteindelijk toch over de streep gekomen, opmerkelijk genoeg nog als 10e. Met bijna 55km (en dus een kilomer te veel) op de teller. Veel uitvallers ook nog.
Een kleine 10 minuten na mij kwam ook eerdergenoemde Dolf over de streep en mijn dag werd nog enigszins goed gemaakt door zijn verhaal (hard op zijn muil gevallen en totaal kaput-stuk over de finish).
Zwaar gedesillusioneerd kon de terugweg worden ingezet. Oke, dat is sterk overdreven. Prachtige trail, maar helaas had ik er vandaag even een andere beleving bij. Het is maar goed dat de lange wedstrijden voorbij zijn. Nog een paar Aziatische marathons en in oktober moeten we klaar zijn voor de crossjes. Zin in!
Oh, en ik heb geen wisent gezien.
Foto’s: R. Groen, J. van Elzelingen en Spieker Fotografie.
Prachtig impressiefimpje van deelnemer Heiko Lampe:
Dit verhaal begint een week eerder te Borne, alwaar twee Slener matadoren van weleer een run-bike-run doen. Buiten heel veel 200tjes en 1x een dag Boxmeer is dit de enige inspanning sinds juni die de rikketik van den Dolf door de 185 laat gaan. De hoofdpersoon van DE site is hier ook, tesamen met de kleine dorstige broer van de fietser. We zullen deze familie niet bij naam noemen, maar de onheilspellende blikken in den ogen voorspellen weinig goeds….
Een fikse inspanning, die verder niet tot resultaat leidt, anders dan diverse pinten gevuld met het welbekende Tukkerse gerstenat, aangevuld later die week met nog meer 200tjes is het enige wat meegenomen wordt richting de onbe-wisent Wisenttrail.
Rustig starten is “de afspraak”. Al snel lopen we in een groepje op positie 3. De km vliegen voorbij en ik kan me het zandgedeelte vanaf km 35 van vorig jaar maar al te goed herinneren dus ik laat de groep lopen. Ik ga nog te snel, maar daar komt vlak voor het 17km punt waarbij we de start passeren abrupt een einde aan. FLATSCH, met het vroegwijze voorhoofd als een lijk tegen de vlakte. Boomwortel over het hoofd gezien. Een minuut lang blijft het orakel liggen, genietend van het zonnetje en de plotselinge ontspanning in de beentjes. Maar de realiteit is nog 37km voor de boeg. Tot km 35 gaat het dramatisch. Niet lekker in het ritme, tegen de zijsteek aan en gelletjes niet kunnen verteren. Tot overmaat van ramp explodeert er een gelletje dat over mijn armen en benen gaat. Dit is het moment dat mijn eeuwenoude Ivan Lendl Adidas zweetband voor de laatste x zijn waarde bewijst. Hij absorbeert de vanille gel en wordt één met de wisent natuur. Op het kootwijkerzand kom ik helemaal niet meer vooruit, gelukkig met nog iemand, al haasje-over slepen we ons er doorheen. Inmiddels ben ik een paar keer ingehaald. Maar dan, na de laatste verzorgingspost, net als vorig jaar, voel ik me ineens weer goed. 8 km lang zonder hapering in één tempo waarbij ik veel korte afstandlopers inhaal en nog twee 54km lopers, waaronder een uit de kopgroep. Ik tuur in verte of ik iets blauws zie wat ik nog kan oprapen, maar dat genoegen is me helaas niet gegund.
Helemaal leuge, maar voldaan, mooi finishershirt shirt en wie staat daar, is dat niet ons Sliener (R) Bulsie. Gechauffeurd naar de gele rups die net aan komt rijden “dames en heren, u heeft gelukt, in deze trein is een railtender aanwezig,”. PLOP. Terug naar de Utregse beschaving en ff een paar weken geen Slieners 🙂