Een gokje wagen in Noorwegen. Een maandje of 3 / 4 geleden dat ik mijn laatste marathon liep. Daarna alleen maar kort werk (snelheid) gedaan, wat neerkomt op trainingen van maximaal 10 kilometer. Een maandje geleden toch nog een keer de St Thomas Trailrun gedaan van 35km, wat mij prima afging. Daarna nog 1x een training van 16km gedaan. Geen goede voorbereiding dus op een marathon.
Maar met de St Thomas trailrun (en het gemak daarvan) in het achterhoofd, toch een poging doen om een “snelle” marathon af te leggen.
Nu mag ik graag in Noorwegen lopen. Hoe kouder, hoe beter. En het vroor vandaag 1 graadje. Maar de weersomstandigheden waren fantastisch. Een mooi pakkie sneeuw, maar het grootste gedeelte van de marathon scheen de zon. En dan liep je langs helder-blauwe meertjes die tegen kleine bergen aan lagen. En alles besneeuwd. Prima lopen dus! Het parcours hadden ze overigens de dag ervoor gestrooid, waardoor het redelijk beloopbaar was.
Het waren twee rondjes vandaag, starten in het kleine Fana stadion, waar je halverwege dus ook weer langs kwam. Het stadion was overigens bijna wel een ijsbaan, maar dat was dus maar een paar honderd meter. De rest van het parcours, daar lag soms wel wat smurrie-achtige sneeuw of iets dergelijks, maar ik heb op de gewonen hardloopschoenen gelopen en dat ging grotendeels prima.
De locatie was ook prima. Vlak bij het vliegveld, dus het was even op en neer vliegen.
Om 11 uur van start met slechts zo’n 50 man (op de halve waren veel meer deelnemers). Nu is het in Noorwegen natuurlijk niet helemaal vlak. Vooral in de buurt van het stadion zaten wat mini klimmetjes die in het begin nog wel makkelijk gaan, maar na verloop van tijd toch zeer gaan doen.
Ik startte in de kopgroep van zo’n 5/6 man. Na een paar kilometer gingen er 3 man vandoor. Te snel voor mij. Ik ging in 4e positie lopen. Vlak daarna sloot er een man zich bij me aan. Dat wil zeggen; ik heb hem nooit gezien, want hij bleef achter me lopen. Vond ik overigens prima, want er stond bijna geen wind, hij had geen irritante ademhaling en ik bepaalde dus het tempo.
De verzorging was uitstekend. Om de 3 a 4 kilometer een postje.
Na een kwart marathon draaiden we, en gingen we dezelfde weg terug. Normaal gesproken niet zo’n fan van, maar vanwege het mooie parcours was dat dit keer geen probleem. Volgens goed Noors gebruik groeten de eerste lopers elkaar.
De man achter me bleef me volgen. En op zo’n 19 kilometer, vlak voor we weer bij het stadion kwamen, liep hij me in een behoorlijk tempo voorbij. Huh? Nou ja, laat maar gaan, ik pak mijn eigen tempo.
Bij het stadion toch nog even zoeken, we moesten een hele ronde om het stadion lopen, dan een rondje in het stadion, en weer de weg op. Ik wist niet meer precies waar we het stadion in moesten, en op een gegeven moment zag ik een pijl van de organisatie naar links. Daar twijfelend naar toegelopen. De steward was bezig met parkerende auto’s en vond dat veel interessanter dan een Engels-pratende man (ik was overigens 1 van de 2 buitenlanders).
Omdat ik overtuigd was dat ik fout liep ging ik steeds harder schreeuwen tegen de man. Eindelijk keek ie mijn kant op, en wees me een (andere) kant op. Het kostte me niet meer dan 20 seconden, dus ik maakte me er niet druk om.
In het stadion zou ik de loper die me inhaalde moeten zien. Maar dat deed ik niet. Huh?
Ik liep naar de start/finish boog en daar zag ik hem staan. Hij was er mee opgehouden. En toen liep ik weer vierde. En, ik had hoog ingezet op dit moeilijke parcours, kwam door in een prachtige 1:35, precies wat ik wilde. En ik voelde me nog goed. Ik gokte dus op een eindtijd van 3:10.
Na de gladde atletiekbaan de weg weer op. Dat ging via een haakse bocht die helemaal van ijs was. Even stapvoets dan. Godver! Nog te hard. Ik ging hard onderuit. Snel weer opstaan en weer door. Had ik vorige week mijn linker-knie opengehaald, nu deed de rechter pijn. Maar – eerlijk is eerlijk – na een paar honderd meter was die pijn weer weg.
Toch kreeg ik het lastiger nu. En halverwege het derde kwart dacht ik dat ik het schema van 3:10 moest laten lopen. Het parcours was vrijwel overal vals plat. Soms goed te lopen, soms even je tempo een klein beetje aanpassen.
Bij 31,5km de laatste keer keren. Daar was duidelijk dat 3:10 er niet meer inzat. Maar 3:15 zou nog makkelijk moeten kunnen. Een heel erg prima tijd in deze omstandigheden.
Het tempo zakte overigens doordat mijn benen het wel weer genoeg vonden. Een probleem dat niet nieuw voor mij is. Terwijl ik ook vandaag weer trouw mijn gelletjes nam. Het zullen waarschijnlijk gewoon de (veel te) weinige kilometers zijn geweest in de voorbereiding.
Na zo’n 34km werd het heel zwaar. Bij een verzorgingspost gekomen vroegen ze wat er aan de hand was en wezen naar mijn knie. Die had flink gebloed, iets wat ik zelf niet eens doorhad. Ach, het viel allemaal wel mee, zag ik achteraf.
Bij zo’n kilometer 35/36 (ik liep inmiddels 5e) was het echt gebeurd. En ik baal er altijd gigantisch van als je moet wandelen op het (relatief) vlakke. Maar ja, de benen wilden echt niet meer.
Dus de laatste kilometers waren niet erg leuk. Wandelen afgewisseld met rustig looppasje en lekker bijsmikkelen op de postjes.
Ik finishte nog in een zeker niet slechte 3:30, en achteraf kan ik concluderen dat alle snelheid-trainigen prima zijn geweest. Nu nog een beetje meer duur-trainingen gaan doen, dan kan ik dit jaar nog mooie marathon(s) neerzetten.
Nog wat foto’s van Google Maps gehaald van het parcours. In het echt zag het er mooier uit met de sneeuw en de zon erop:
Aan het einde van dit pad, het keerpunt: